|
||||||||||||
Status: Net opgestart Laatste (geregistreerde) bijwerking: 2013-08-10 De mens leeft in drie domeinen: |
het materiële domein | het psychische domein | het domein van de geest | |
mens (individu) | lichaam | psyche | Zijn, de (hogere) geest, het Atman, de Goddelijke vonk, ... |
grotere geheel | het materiële | de wereld | het Goddelijke, God, Brahman, het Al, Tao, ... |
We staan er meestal niet bij stil dat we in drie domeinen leven. Wie sterk materialistisch ingesteld is, leeft trouwens slechts weinig, vaag en onbewust in het hogere domein.
Deze drie domeinen lopen als een rode draad doorheen de ganse tekst.
Alle levende wezens worden voortdurend doorstroomt met Licht. De intensiteit kan wel sterk beperkt zijn door blokkades. Bij onze geboorte incarneert onze Goddelijke kern in ons lichaam:
Incarnatie:
Het Goddelijke vuur,
De Goddelijke vonk,
daalt neer
in het water
van de moederschoot *.
Deze Goddelijke kern is wie we echt zijn.
De titel (van deze tekst) is: "De mens leeft in drie domeinen". Eigenlijk is het heel eenvoudig, ofwel leef je in drie domeinen, ofwel ben je onwetend over Zijn en dan ben je spiritueel dood.
Een Oosters Meester, Meester Morya
*
zegt:
Wat je met je leven doet is van geen enkel belang,
tenzij je bewust wordt van dit leven
(7).
Wie niet bewust leeft, zich niet bewust is van Zijn, is spiritueel dood.
In het evangelie van Thomas (logion 24) staat:
... Er is licht binnen een lichtend wezen en het verlicht de ganse wereld.
Indien het niet verlicht is het duisternis.
Echt leven kan alleen in het domein van Zijn, al het overige is schijn.
Het kan nuttig zijn de mens op te splitsten in drie domeinen, maar weet dat dit kunstmatig is.
Bovendien mogen we niet vergeten dat het Licht vanuit het hogere door de drie domeinen heen stroomt. Of anders gezegd: ook in het lichamelijke en in het psychische is het hogere aanwezig.
Drie is een moeilijk getal. Met drie personen samenwerken waarbij iedereen zich gelijkwaardig opstelt, is moeilijk. Er is vaak het gevoel dat er ofwel iemand te veel, ofwel iemand te weinig is.
Meestal is er een zwakkere die - afhankelijk van de behoefte of van de situatie - zich nu eens bij de ene, dan bij de andere aansluit (8).
Bij de drie domeinen is het niet anders. Het psychische sluit zich gewoonlijk aan bij het materiële, tenzij voor wie alle dualiteit achter zich laat (9).
Beiden (het ego en de wereld) behoren tot het psychische domein. Het ego - dat sterk verbonden is met het (lagere) denken * - wil domineren. Het wil best meewerken met het materiële, maar van Zijn begrijpt het helemaal niets. Het ego levert een intense strijd met het hogere bewustzijn. Dit is een vrij complex gegeven.
De meeste mensen volgen hun ego, en dit vooral doordat de wereld grote aantrekkingskracht uitoefent op het ego en hierbij het hogere verduistert.
Zoals vuur verhuld wordt door rook,
een spiegel door stof
en een kind door de moederschoot,
zo is het heelal gewikkeld in begeerte.
(10)
Begeerte verduistert. Begeerte en hoger bewustzijn gaan dan ook niet samen, vroeg of laat moet een keuze gemaakt worden.
Begeerte bestrijdt je niet via moraal. Een dergelijke bestrijding is niet blijvend, het kan zelfs behoorlijk fout lopen, denk aan pedofilie
* . Begeerte wijkt alleen voor diep inzicht gekoppeld aan volharding.
Voor wie streeft naar hoger bewustzijn is het psychische domein een struikelblok. Het is wel een realiteit, je kunt zomaar niet doen alsof het er niet of nauwelijks is. De weg doorheen het psychische, gaat via inzicht.
Ik. Wie ben ik? Voor velen een onmogelijke vraag wanneer we hierbij stilstaan, en toch. Toch vullen we in wie of wat we onder "ik" verstaan, of we er ons nu bewust van zijn of niet.
Er zijn drie domeinen. Hierin kunnen we ons bewegen, en hierin plaatsen we dan ons "ik". Sommigen mensen hebben geen besef van Zijn, voor deze mensen bestaat dit domein niet; hun "ik" vullen ze dan ook alleen maar in in het eerste en tweede domein.
Ook is het zo dat ieder mens - o.a. onder invloed van verschillende stemmingen - het ik anders invult.
Hoe we ons ik invullen heeft invloed op onze ganse wezen.
We overlopen de voornaamste verschillende mogelijkheden:
1. ik = mijn lichaam
Dit komt vooral voor bij grove materialisten, voor wie alleen het materiële bestaat. Zelfs gedachten (psyche) worden compleet over het hoofd gezien.
2. ik = mijn lichaam en mijn psyche.
De meest gebruikte betekenis van ik. Merk op dat Zijn hier niet aan te pas komt.
3. ik = mijn psyche.
Dit is een rare hersenkronkel: ik heb niets te maken met mijn lichaam. Het hogere bestaat niet, en als dit al zou bestaan, dan heeft het niets met mijn ik te maken. Ik ben alleen (mijn) psyche.
4. ik = het ikloze ik.
"Niet mijn wil, maar uw wil geschiedde". Naarmate we hier dichterbij komen vermindert het individuele karakter van het ik (11). Eens dit gerealiseerd is er geen individueel ik meer. Hier wordt verder nog op terug gekomen.
5. ik = ditgene waarmee ik mij vereenzelvig.
In feite zijn alle vorige ook vereenzelviging. Hier gaat het om -al dan niet bewust - switchen tussen verschillende mogelijkheden.
We staan even stil bij het woord vereenzelviging, alsook identificatie, wat ongeveer hetzelfde is.
Vereenzelviging: dit waarmee ik mij vereenzelvig ben ik zelf (12).
Identificatie: dit waarmee ik mij identificeer is mijn identiteit, dat ben ik.
Vereenzelviging kan vrij extreem zijn, bijvoorbeeld: "ik ben Elvis Presley". We vereenzelvigen ons bijna altijd ergens mee; daar is dan ook niets mis mee, maar het is beter dat we ons bewust zijn van het feit dat we ons vereenzelvigen en vooral: waarmee we ons vereenzelvigen.
In feite maken, creëren, we ons ik, en we geven er invulling aan. Dit doen we bijna altijd, de uitzondering is het ikloze ik.
Waarom is het zo belangrijk om vereenzelviging in te zien? Omdat een flink deel van ons wezen - met name ons lichaam en onze psyche - als waar aanneemt waarmee we ons identificeren, en zich overeenkomstig gedraagt. Ons lichaam en onze psyche volgen onze gedachten en passen zich aan. Het komt in de beurt van wat we onder "positief denken" * verstaan.
Ons wezen voert in feite blind uit wat we in onze gedachten gestopt hebben. Een extreem voorbeeld hiervan is hypnose (zij het dat de gedachte ons hier op een andere manier bereikt heeft). Zo kan iemand verteld worden dat het heel koud is en deze persoon zal zich ook zo gedragen, terwijl het misschien snikheet is.
Enkele voorbeelden van identificatie:
Een vorm van verslaving waarvan we ons helemaal niet bewust zijn, is verslaafd zijn aan denken. Wie zijn of haar denken niet bewust kan uitzetten, is er verslaafd aan (14). Wie zijn denken bewust kan uitzetten is verlicht, of is er heel dicht bij. Het denken is de grote hinderpaal om contact te krijgen met Zijn.
Terloops in dit verband: kinderen reageren spontaan op dieren. Waarom? Kinderen reageren spontaan op alle leven. En waarom reageren volwassenen veel minder op dieren of op ander leven? Omdat volwassen niet alleen leven vanuit hun Zijn, maar vooral vanuit hun denken. Alle actie en reactie van volwassenen passeren het filter van het denken, wat nauw verband houdt met het ego: is dit wel goed voor mij? Wat zijn de voordelen? En de nadelen? En zo gaan we verder.
Iedereen, ieder wezen, straalt zijn eigen innerlijke staat uit, maar niet iedereen is in staat dit te ontvangen (15). Bovendien: wat is deze innerlijke staat? Bij volwassen is dit mix van gedachten - hoofdzakelijk ego - en van diepere lagen. Kinderen daarentegen vertrekken vanuit onschuld, en zijn dan ook nauw verbonden met Zijn.
Identificatie met wat dan ook verhindert ons waarnemen. Hetgeen waarmee we ons vereenzelvigen - bijvoorbeeld met een ziekte - vormt een filter, hierdoor kunnen we niet meer helder waarnemen. Het is nodig om - minstens tijdelijk - alle identificatie te verbreken om echt te kunnen waarnemen. Echt waarnemen brengt met zich mee dat we het leven zelf, het hogere domein, zien in wat we waarnemen. Zo kunnen we een boom zien als een levend iets, niet alleen als een uiterlijke vorm
(16) .
Een belangrijke toegang tot Zijn is alle vereenzelviging verbreken, als het enigszins kan inclusief het denken. Een oefening hierbij is in de loop van de dag eens nagaan waarmee we ons allemaal identificeren. Identificeren is zowat onze psyche die iets vastpakt. Dit belemmert doorstroming.
Hoe stoppen we identificatie? Door contact te krijgen met Zijn. Hoe doen we dat? Eckhart Tolle * heeft het over "leven in het nu"
(17) ; Jan van Delden * heeft het over "vier poten"
(18) :
Die vier poten heb ik namen gegeven: De poot van het Kennen, de poot van het Nu, de poot van de Stilte en de poot van de Aandacht. (19)
Alleen het ikloze ik kent geen identificatie meer.
De Boeddha heeft het over gehechtheid. Gehechtheid en vereenzelviging zijn nauw met elkaar verbonden, ze houden elkaar in stand.
Gehechtheid leidt tot droefheid en verdriet. Gehechtheid leidt tot angst en vrees. Wie niet meer gehecht is kent geen droefheid en verdriet. Hoe kan er dan sprake zijn van angst en vrees? (20)
Het begrip "object" is nogal abstract. Soms spreekt men over objecten, soms over vormen, eenvoudig gesteld zou je het ook "een iets" kunnen noemen.
Objecten hebben eigenschappen.
Hoe kunnen we waarnemen binnen de drie domeinen?
... Emotie is dus de reactie van het lichaam op je verstand.
We kunnen psychische zaken op zijn minst onrechtstreeks waarnemen, met name door aan onze emoties voldoende aandacht te geven. Het is wel nodig om alert te zijn en om onze emoties te aanvaarden, wat die ook zijn. Aldus krijgen we contact met wat in onze psyche - vooral in ons onbewuste - aanwezig is.
Jezus heeft gezegd: ... Maar het Rijk, het is het binnenste en het is het buitenste van u. Wanneer gij uzelf zult kennen dan zult gij gekend zijn en zult gij weten dat gijzelf de zonen van de levende Vader zijt. Maar indien gij uzelf niet kent, dan zijt gij in armoede en gijzelf zijt armoede. (23)
In deze "vogelvlucht" worden de grote lijnen van de drie domeinen naast elkaar gezet. Op tal van zaken wordt verder nog dieper ingegaan.
Het domein wat we het best kennen is het materiële.
In het fysieke bestaan er objecten die we kunnen waarnemen met onze fysieke zintuigen, sommige objecten kunnen we ook vastpakken. Dit komt dan ook heel vertrouwd over:
Het psychische is ons minder bekend. Voor de individuele mens is het psychische domein de psyche. Voor het grotere geheel is dit de wereld.
Nog onbekender, voor sommigen totaal onbekend, is het geestelijke domein. Zoals in de inleiding - "blokkades opruimen" - al aan bod kwam is het mijn overtuiging dat het doorstromen, dwars door het fysieke en het geestelijke domein heen, heel belangrijk is om tot het geestelijke domein te komen.
Je kunt het niet vastpakken. Uiteraard niet, want het is geen object.
Het geestelijke kan niet onder woorden gebracht worden. We kunnen niet zeggen wat het wel is, maar we kunnen wel een opsomming geven van wat het allemaal niet is. Dit ruimt meteen blokkades op.
Als er al geestelijke wetten bestaan, dan zijn ze grondig verschillend van de materiële en ook van de psychische. Hier geldt de uitspraak "niets is wat het lijkt".
We zijn bezig met "een vogelvlucht". Vanuit het geestelijke kan je de beide andere domeinen "overvliegen" (25). Ze zien er dan wel behoorlijk anders uit dan wanneer we er middenin staan. Enkele grote verschillen: materie lijkt echt te zijn, in werkelijkheid is ze tijdelijk (illusie *); tijd lijkt echt te zijn, ook tijd is illusie; en zo zijn er nog grote verschillen.
Het geestelijke doorstroomt het materiële en het psychische, andersom is dit niet zo (het materiële en het psychische doorstromen het geestelijke niet).
"De verloren zoon" is een parabel uit de bijbel. Voor wie dit verhaal niet kent is het aangeraden het eerst te lezen: (Lucas 15,11-32) *.
De zoon is volwassen geworden. Hij eist zijn deel van de erfenis op en trekt de wijde wereld in. En de wereld is wijds: hij heeft geld, hij kan zich alles permitteren, er valt van alles te beleven. De wereld draait rond, alles loopt op wieltjes, de wittebroodsjaren. Hij waant zich "in de hemel". Het gaat goed, zeer goed. Tot het bergaf gaat en hij uiteindelijk tussen de varkens belandt (26). De wereld draait ineens compleet vierkant.
De wijde wereld ... Hij dacht dat hij in "de hemel" was, tot het stilaan doordringt dat hij zich vergist had: hij was in "de hel" beland (27). Is de wereld dan toch niet de ideale speeltuin? Ook niet voor rijken? De verloren zoon was (materieel) rijk. Maar in het materiële domein is er niets blijvend.
De wereld draait momenteel behoorlijk vierkant; milieuproblemen, enorme armoede, oorlogen en noem maar op.
Maar blijkbaar was het in Jezus' tijd ook al zo:
Jezus heeft gezegd:
Wie de wereld heeft gekend heeft een lijk gevonden
en wie een lijk heeft gevonden de wereld is hem niet waardig.
(28)
Jezus vergelijkt de wereld met een lijk. Waarom? Omdat diepe onwetendheid aan de basis ligt. Onwetendheid: onbewustheid van Zijn.
Bij de (individuele) mens doorstraalt het Goddelijke de mens. Dit doorstralen is een natuurlijk gegeven. Dit doorstralen gebeurt altijd, maar ... Daar heb je het dus. Het ego wil dit tegengaan. Hier komt het ik aan bod. Waarmee identificeer ik mij? Wanneer ik voor het materiële kies, dan heeft het lagere vat op mij. Hier komt het ego opsteken. En wat doet Zijn? Niets, tenzij wachten, het respecteert de persoonlijke vrijheid. Het ego gaat mij domineren; ik ben mijn ego geworden, ik ben ego. En wat is het resultaat? Diepe onbewustheid.
Dit is het proces bij de individuele mens. Bij de wereld is het niet anders. De wereld wordt gedomineerd door een soort collectief ego. Let wel: net zoals het voor de mens mogelijk is boven zijn ego uit te stijgen kan de mens heeft de mogelijkheid om boven de wereld uit te stijgen.
De wereld is begrensd, en kent hierdoor dualiteit. We kennen geluk, "de wittebroodsjaren", en ongeluk. Beiden wisselen elkaar af. En zo blijft het doorgaan, tot er een zekere frustratie komt. Frustratie van binnen, nog meer tegenslagen in de (buiten)wereld
(29) . En dan gaat het vaak van kwaad naar erger.
De wereld is een heel goede spiegel: zij spiegelt ons innerlijke in het uiterlijke (de wereld), en doet dit voortreffelijk. Hier kan ik niet bij. Blijkbaar is dit ook het doel van de wereld: een spiegel zijn. Of we het teruggekaatste beeld herkennen, dat is iets anders. Uit dit beeld valt veel te leren. Hoe kunnen we onze psyche zien? Rechtstreeks kan het niet, maar het kan wel omdat het zich toont - via spiegeling - in de buitenwereld.
En er is nog meer. Wanneer we de richtlijnen die we in het dagelijkse leven tegenkomen volgen dan kunnen we heel veel leren. Doen we dit niet dan blijft het ego heer en meester. Maar ons innerlijke
(30) creëert situaties om tegen het ego in te gaan. Bijvoorbeeld: iemand die dringend rust nodig heeft wordt ziek en moet wel rusten, of krijgt een ongeval.
Ook de wereld vervult deze functie, de functie van "struikelblok zijn". Via struikelen kan de mens tot bewustwording komen. Met het herhaaldelijk struikelen komen vragen op, zoals "is dit nu het leven?".
Jezus noemde de wereld een lijk. De bewustwording van de doodsheid van de wereld is een heel belangrijke stap. Na de schok komt de vaststelling: ik ben verdwaalt, verloren, vastgelopen (in de wereld). Dit is ommekeer
(31) , de verloren zoon ziet in dat het zo niet verder kan. En dan? Na een periode van niet weten waar in en waar uit komt er - geleidelijk of bruusk - het besef dat er een ander domein is, Zijn.
Hier begint de spirituele zoektocht.
Er is geen uitweg ...
Er is alleen een innerlijke weg ...
De innerlijke weg is de uitweg
*
(32) .
Met de wereld op zich is er - naar mijn mening - niets mis, integendeel. Maar we denken - altijd dat denken - dat er met de wereld iets grondig fout zit. Tot we inzien dat de wereld een spiegel is. Dat is even schrikken: de wereld weerspiegelt onze onbewustheid! Het is verrassend hoe het Goddelijke erin slaagt om van de wereld een spiegel te maken.
Gaat de parabel van de verloren zoon alleen over de zoon? Het kan net zo goed de dochter zijn, of niet? Persoonlijk zie ik er een spel in van mannelijk en vrouwelijk.
Het is "de zoon" - het mannelijke in ons - dat besluit in de wijde wereld in te trekken, en uiteindelijk verloren loopt. "De dochter" - het vrouwelijke in ons - neemt een besluit: zij keert terug. De dochter? Even switchen (tussen "de zoon" en "de dochter")? Inderdaad. We hebben allemaal én het vrouwelijke én het mannelijke in ons (ook al zijn we fysiek ofwel vrouw ofwel man).
Het is het mannelijke in ons dat besluit om de wijde wereld in te trekken, het mannelijke is naar buiten gericht. Het vrouwelijke in ons beslist om terug naar Huis te gaan, "het Huis van mijn Vader", zoals Jezus het noemt. Het vrouwelijke is naar binnen gericht.
Het vrouwelijke neemt over, en besluit om terug te keren. "De zoon" - het mannelijke in ons - gaat in op dit besluit en keert terug naar de Vader.
De verloren zoon wordt - tegen zijn verwachtingen in - feestelijk ontvangen door de Vader.
Nog even verder gaan over het vrouwelijke en het mannelijke. Beiden horen samen. En zoals voldoende bekend zijn beiden apart onvruchtbaar. We zijn pas echt volwassen wanneer we beiden polen in onszelf bij elkaar gebracht hebben.
Jezus zei hun: Als ge van twee één zult maken en het binnenste als het buitenste ... om het mannelijke en het vrouwelijke tot één te maken opdat het mannelijke niet mannelijk blijve en het vrouwelijke niet vrouwelijk, ... dan zult gij het Rijk binnengaan. (33)
De wereld kwam reeds enkele keren aan bod. De wereld staat tussen het materiële en het Goddelijke in. Het is psychisch, maar dan niet voor de individuele mens, maar voor een ganse groep. Zo is er de wereld van de politiek, van de sport en ga zo maar door en ook de wereld in zijn geheel.
Wie inziet wat de wereld precies is, struikelt niet en heeft geen probleem. Daarom is inzicht zo belangrijk. Wie geen inzicht heeft struikelt meestal ook niet, maar hij of zij zit wel met een blok - een lijk - aan zijn been.
Dat is niet zo, kan je zeggen. Je lijkt er geen last van te hebben en toch is het belastend op de achtergrond aanwezig. Je kunt het vergelijken met lawaai op de achtergrond, een motor die draait of weet ik veel. Je hebt er niet echt last van - als het niet te erg is - maar wanneer het lawaai stopt is het van oef! en valt er iets van je af.
De wereld hoeft geen last te zijn, maar voor wie haar niet doorziet is ze dit wel. De last blijft latent (op de achtergrond) aanwezig. We zijn er zo aan gewoon geraakt dat slechts weinigen het zien.
Wat is de last van de wereld? Dit kan van alles zijn, maar de voornaamste last is ongetwijfeld dat alles in de wereld eindig is. Hierdoor worden we ermee geconfronteerd dat ook ons lichaam eindig is. Heel veel mensen leven met een latente altijd aanwezige angst voor de dood. Het hoeft niet, maar in ons eerste domein - ons lichaam - is het gewoon zo. Voor wie in het derde domein - Zijn - geworteld is, is er geen probleem.
Jezus vergeleek de wereld met een lijk. Hoe moeten we met dit lijk omgaan? Een vrij bekende uitspraak hieromtrent is
Sta in de wereld,
maar wees niet van de wereld.
(34)
Of anders gezegd: sta in het materiële, eerste domein, maar vereenzelvig je niet met het eerste domein. Er is niets mis met dat eerste domein.
De mens leeft in drie domeinen: : het materiële, het psychische en het geestelijke
Blokkades opruimen
De mens
De doorstroming van het Licht
Spiritueel dood
Drie domeinen
Kunstmatige opsplitsing
Met zijn drieën
Het ego en de wereld
ik
Vereenzelviging
Objecten
De drie domeinen in vogelvlucht
Het materiële domein
Het psychische domein
Het geestelijke domein
Reizen doorheen de drie domeinen
De verloren dochter of zoon
De verlorenlopende zoon, de terugkerende dochter
De wereld